Aanbevelingen ngo’s plasticbeleid voor het nieuwe kabinet

27 januari 2022

Deel dit artikel

Plasticvervuiling wordt internationaal erkend als een van ‘s werelds grootste milieuproblemen. Desondanks komt het woord ‘plastic’ niet één keer in het regeerakkoord voor. Een coalitie van zes natuur- en milieuorganisaties deelt in een brief aan de nieuwe staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, welke punten het nieuwe kabinet prioriteit zou moeten geven om de plasticcrisis aan te pakken. Het doel: snel een daadkrachtig en ambitieus plasticbeleid in Nederland. 

Geachte mevrouw Heijnen,

Gefeliciteerd met uw benoeming tot staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Een mooie portefeuille met daarin als essentieel onderdeel de bevordering van de transitie naar een circulaire economie. Een van de urgente onderwerpen binnen dit thema is plasticvervuiling. Plasticvervuiling wordt internationaal erkend als een van ‘s werelds grootste milieuproblemen. Desondanks komt het woord ‘plastic’ geen enkele keer voor in het regeerakkoord.

In deze brief delen wij, een coalitie van natuur- en milieuorganisaties, met u welke punten het nieuwe kabinet prioriteit zou moeten geven om de plasticcrisis aan te pakken. Wij hopen dat u op basis hiervan snel een daadkrachtig en ambitieus plasticbeleid zult presenteren.

Bedreiging voor de gezondheid

Plasticvervuiling vormt een bedreiging voor de gezondheid van mens en dier. De enorme stijging van de plasticproductie en de daaruit voortvloeiende vervuiling is in korte tijd uitgegroeid tot een wereldwijd milieuprobleem met tal van schadelijke gevolgen. Het zorgt voor biodiversiteitsverlies, schaadt ecosystemen en draagt bij aan klimaatverandering.

Grootschalige plasticproductie en -consumptie passen niet in een gezonde en circulaire economie. Het huidige beleid, vooral gericht op recycling en gebaseerd op vrijwilligheid, blijkt ontoereikend in het reduceren van plasticproductie, -consumptie en -vervuiling.

Om onherstelbare schade aan het milieu en onze gezondheid te voorkomen, moet op nationaal en internationaal niveau ambitieus en daadkrachtig plasticbeleid worden ontwikkeld. De Nederlandse overheid heeft de verantwoordelijkheid en plicht om, ten behoeve van de gezondheid van mens en milieu, via wet- en regelgeving te zorgen voor:

  • een absolute reductie van de productie en het gebruik van plastic, met name nieuw (virgin) plastic;
  • recycling, maar alleen wanneer dat veilig kan;
  • volop inzet op hergebruik;
  • voorkoming van plastic afval in het milieu door statiegeldsystemen uit te breiden.

De komende jaren zijn cruciaal, dit is hét moment om op te treden. Wij vragen u het noodzakelijke te doen om de gezondheid van onze planeet te waarborgen voor de huidige en toekomstige generaties.

Cruciale aandachtspunten

Om bovenstaande doelstellingen te realiseren vragen ondergetekende organisaties uw aandacht voor de volgende punten:

1. Neem zelf de regie in handen

Tot op heden is in Nederland geprobeerd de plasticcrisis zoveel mogelijk op te lossen door met bedrijven en sectoren afspraken te maken op vrijwillige basis. Helaas met te weinig resultaat, wat leidt tot onduidelijkheid en onnodige vertraging. Het Plastic Pact is hier een treffend voorbeeld van. Ondergetekende organisaties zijn daarom van mening dat heldere en bindende wet- en regelgeving nodig is om de impasse te doorbreken en de opgelopen schade in te halen.

Vrijwel alle wettelijke maatregelen tot nu toe zijn gevolg van Europees beleid. Als Nederland een leidende rol wil hebben om de EU groener te maken (Coalitieakkoord 2021-2025, p.37), dan is meer initiatief vanuit de overheid noodzakelijk. Ditzelfde geldt voor de rol van Nederland in de Verenigde Naties. Als één van de 80 lidstaten die de Oceans Day Plastic Pollution Declaration hebben getekend, dient de Nederlandse overheid zich internationaal actief in te zetten voor wereldwijde en wettelijke afspraken over de vermindering van plasticgebruik. De nadruk moet daarbij liggen op preventie, reductie en hergebruik, boven recycling en opruimen. Het garanderen van de gezondheid voor mens en milieu moet hierin leidend zijn.

2. Zorg voor een echte circulaire economie

Om een circulaire economie te kunnen bewerkstelligen is het van belang om naar de hele levenscyclus van producten te kijken. Circulair ontwerpen houdt niet enkel in dat producten beter gerecycled kunnen worden, maar vooral dat producten langer meegaan, kunnen worden hergebruikt en gedurende de gehele levenscyclus zo min mogelijk microplastics verliezen. Een aantal punten is hierbij van belang:

  • Ten eerste moeten de producten die het meest in het zwerfvuil terechtkomen worden verboden. Dit betekent een uitbreiding van de Single Use Plastics (SUP)-lijst van te verbieden plastic producten die overbodig zijn of kunnen worden vervangen door andere (herbruikbare) materialen, zoals plastic sigarettenfilters, vochtige doekjes etc.
  • Er moet volop worden ingezet op preventie en hergebruik. Eenmalig gebruik van plastic moet sterk worden ingeperkt. Recycling is te vaak als oplossing gepresenteerd, maar gaat vervuiling niet tegen en leidt amper tot vermindering van de bredere milieu-impact. Door hergebruik te verankeren in het milieubeleid, wordt zwerfafval voorkomen en het gebruik van virgin plastic drastisch verminderd. Een stevige frisdrankfles van kunststof kan bijvoorbeeld tot zo’n veertig keer opnieuw gebruikt worden om daarna pas te worden gerecycled (dat gebeurt bijvoorbeeld in Duitsland). Om het gebruik van eenmalig plastic te reduceren, moet bovendien volop worden ingezet op refill-systemen en het terugdringen van verpakkingen op groente en fruit in supermarkten. De Franse wet tegen verspilling en vóór de circulaire economie is hierbij een inspirerend voorbeeld.
  • Statiegeld is bij uitstek geschikt om de transitie naar hergebruik te faciliteren en te realiseren. Door waarde toe te kennen aan verpakkingen worden deze weer ingeleverd, waarna ze opnieuw aan de consument kunnen worden aangeboden. Het statiegeldsysteem werkt. Het heeft een bewezen grote, positieve milieu-impact en moet dus worden uitgebreid naar alle drankverpakkingen, dus glas, plastic, blik en drankkartons, ongeacht de inhoud.
  • Er moeten eisen komen voor recycling om de klimaatimpact en aanwezigheid van chemische stoffen te verminderen. Een verplicht percentage recyclaat in plastic producten en een heffing op virgin plastic zorgen ervoor dat de grondstof langer in de keten wordt behouden. Wanneer virgin plastic duurder is, wordt het voor producenten aantrekkelijk om recyclaat te gebruiken. Dit heeft ook een positief effect op het klimaat, omdat zo minder fossiele brandstoffen nodig zijn voor de productie van nieuw plastic. Wet- en regelgeving is nodig om hoogwaardig en veilig recyclaat te garanderen en om downcycling en dumping te voorkomen.
  • De Nederlandse overheid kan (en moet) zich optimaal inzetten voor het tegengaan van microplasticvervuiling om de gezondheid van mens en milieu te waarborgen. Door hoge productstandaarden in te voeren kan onnodige blootstelling aan microplastics door bijvoorbeeld textiel of cosmetica worden voorkomen. Dat kan door Europese regelgeving te ondersteunen en vergaande maatregelen te bepleiten. Daarnaast mogen geen vergunningen meer worden verstrekt die het lozen van microplastics in het milieu toestaan (zoals bij Chemelot), en moet er strikte controle en handhaving zijn zodat nurdle spills verleden tijd zijn.
  • Zwerfvuil is een van de grootste maatschappelijke ergernissen en jaarlijks zetten honderdduizenden mensen in Nederland zich in om het op te ruimen. Op steeds grotere schaal wordt het probleem door middel van citizen science in kaart gebracht. Om tot effectieve bronbestrijding van zwerfafval te komen is het van belang te weten hoeveel, wat voor soort, waar en waarom ergens zwerfafval ligt. De overheid zou daarom moeten investeren in een nationaal monitoringsprogramma voor rivierafvalmonitoring en citizen science in de Nederlandse delta. Door dit soort initiatieven financieel te ondersteunen, eventueel via een fonds, kan onafhankelijke waardevolle zwerfafvalinformatie worden geleverd aan o.a. Rijkswaterstaat en andere overheidsorganisaties.

3. Laat de vervuilers betalen

Hoewel er in Nederland sprake is van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor verschillende productgroepen, blijkt het voor producenten relatief gemakkelijk om de milieuschade van hun producten af te wentelen of door te berekenen in de prijs van hun product. De huidige wet- en regelgeving houdt producenten niet voldoende verantwoordelijk voor de door hen veroorzaakte milieuschade. Door middel van bewustwordingscampagnes en het steunen van clean-ups verleggen ze de verantwoordelijkheid vaak naar de consument.

Het is van belang bedrijven meer aansprakelijk te stellen voor de gehele levenscyclus van hun producten. Een brede toepassing van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) is nodig, met niet alleen aandacht voor de eindfase van producten, maar ook voor de productie- en gebruiksfase. UPV moet slimmer worden toegepast, bijvoorbeeld via ecomodulatie, zodat de vervuilendste bedrijven de hoogste kosten hebben en bedrijven met echt duurzame oplossingen de laagste. Deze financiële prikkel stimuleert bedrijven om duurzamere producten te maken die langer meegaan en hergebruikt kunnen worden, beter recyclebaar zijn en minder microplastic-slijtage veroorzaken.

Wij maken ons ernstige zorgen over de gevolgen van plasticvervuiling voor het milieu en de menselijke gezondheid. Doeltreffend beleid kan er echter voor zorgen dat deze gevolgen beperkt blijven. Het is noodzakelijk om het roer om te gooien en op alle fronten een systeemverandering via regelgeving te bewerkstelligen.

Ondergetekende milieuorganisaties gaan hierover graag met u in gesprek.

Wij wensen u veel succes in uw nieuwe functie.

Met vriendelijke groet,

Maria Westerbos
Directeur Plastic Soup Foundation, partner van Schone Rivieren

Oskar de Roos
Plastic Lead WWF-NL

Rob Buurman
Directeur Recycling Netwerk Benelux

Merijn Tinga
Plastic Soup Surfer

Albert Jaap van Santbrink
Directeur Stichting de Noordzee, partner van Schone Rivieren

Jelle de Jong
Directeur IVN Natuureducatie, partner van Schone Rivieren

Aanbevelingen NGO's plasticbeleid

Gerelateerd nieuws