Carolien Caspers

Carolien Caspers

Onderzoeker

Waarom vind je het belangrijk om onderzoeker te zijn bij het Schone Rivieren project?

Schone Rivieren vind ik een mooie combinatie van individueel en collectief actie ondernemen. Ik draag als individu een steentje bij door afval op te ruimen en door met mensen in mijn omgeving te delen wat ik doe, waarbij bewustwording de insteek is. Met het collectieve bedoel ik dat de verzamelde gegevens voor een groter doel worden gebruikt: organisaties gaan ermee aan de slag op een ander niveau. Dit laatste vind ik wel essentieel, omdat het anders dweilen met de kraan open blijft. Individuele acties zijn nodig, maar we kunnen het collectieve niet missen.

Wat zijn de gekste objecten die jij tot nu toe tegengekomen bent tijdens het onderzoek? 

Het voorwerp is op zich niet uniek (helaas): een plastic zak. Maar wat erop geschreven stond vond ik frappant, ironisch. Het gaf voor mij op dat moment precies weer waar het wringt. “Recycleerbaar” stond op de zak. Alsof het label recycleerbaar het ok maakt. Recycling is de láátste optie om te doen, waarbij het niet produceren/voorkómen op de 1e plek staat. De bedrukking van recyclen en überhaupt de benaming dat objecten recyclebaar zijn, is nutteloos als het uiteindelijk toch niet gebeurt. Wereldwijd wordt minder dan 10% van het plasticafval gerecycled. Westerse landen stuurden hun afval decennialang naar Zuidoost-Azië: het letterlijk verschepen van het probleem.

Wie zou je graag een keertje meenemen op onderzoekstocht en waarom? 

Eigenlijk iedereen die afval dumpt (waaronder sigaretten op grond gooien) en diegene die wegwerp plastic gebruikt. Maar de grote vervuilers (de plastic producenten) en degene die dit mogelijk maken (regering en beleidsmakers) zijn nog meer welkom. Ik denk dat confrontatie met de consequenties werkt voor een deel van de mensen, bij mij was dit namelijk ook zo; door beelden te zien van vervuilde natuur en dieren die zijn gestorven door het eten van plastic afval.

Waar wil je de politiek toe oproepen?

De oproep aan de politiek zou zijn: kijk naar de echte prijs van producten (lange termijn denken en indirecte kosten voor mensen- en dierenlevens) en ben kritisch over wat wordt toegestaan. Organiseer een burgerberaad met bindende uitkomsten. Verbied, dwing en help bedrijven langs de hele keten vanaf productie tot verwerking door een andere manier van bedrijfsvorming; een die circulair is en niet lineair. Een manier die niet is gebaseerd op plundering van grondstoffen en daarmee vernietiging van ecosystemen, en onszelf uiteindelijk, maar op verrijking van onze leefwereld.

Als we allemaal zero-waste gaan leven dan komen we heel ver.. dat dacht ik tenminste een paar jaar geleden: ‘Als iedereen dit doet, dan komt er vanzelf verandering.’ Het motto ‘be the change you want to see in the world.’ Deze focus op individuele verantwoordelijkheid zie je ook terug bij overheidscampagnes en zelfs bij milieuorganisaties. Maar eerlijk gezegd vind ik die focus op persoonlijke verantwoordelijkheid niet meer gepast en zelfs onrechtvaardig. Veel van deze producten worden aan ons ‘consumenten’ opgedrongen. Het vergt veel wilskracht, tijd en toegang tot middelen (bijvoorbeeld informatie, geld, kritisch denken) om in te lezen, alle labels te lezen, verpakkingsvrij te leven, gewoontes aan te passen. Dit deed ik allemaal, maar nog steeds loop ik tegen dilemma’s aan en besef ik me dat wat ik doe, niet voor iedereen zo vanzelfsprekend is. Het is een privilege om bijvoorbeeld zero waste te leven en legt teveel focus op individuele verantwoordelijkheid en trekt aandacht af van het systemische probleem.

Wat zou je zelf graag anders willen doen (maar lukt nog niet)?

Ik wil kunnen en durven handelen naar de ernst van de situatie (klimaat- en ecologische crisis, waarvan plastic vervuiling een bescheiden onderdeel uitmaakt). In opstand komen is gerechtvaardigd. Boosheid, woede, verdriet en rouw zijn gerechtvaardigde emoties. We leven in een wereld waar vervuilers worden beschermd en gesubsidieerd: absurd. Integriteit is een van mijn kernwaarden, dus ik zou willen dat ik nog vaker de moed heb om valse hoop los te laten: de realiteit aan te durven en nog meer ernaar te handelen. Ik weet dat dit op dit moment betekent dat ik dan nóg meer tegen de stroom in ga roeien dan wat maatschappelijk geaccepteerd is.

Heb je nog tips voor mede-rivierafvalonderzoekers?

Samen bijeenkomsten organiseren, samen onderzoek doen en samen deelnemen is zoveel leuker en leerzamer heb ik geleerd. Kernwoord: Samen. Hierdoor houd ik actief zijn rondom de afvalproblematiek beter vol. Hierdoor houd ik het tegen de stroom ingaan met de dingen die ik denk én doe beter vol. En ik merk dat mensen om mij heen veranderen en gaan meedoen. Dus die tegenstroom, dat is een kwestie van tijd. Andere mensen sluiten aan. Een  lokaal actieve groep mensen zoeken die met dit thema bezig zijn en om over andere activiteiten en campagnes na te denken, is heel waardevol.

Aan dit soort onderzoeken meedoen kan bovendien een stapje zijn richting andere activiteiten, die zich net als bij dit onderzoek, richten op systemische veranderingen. Ook zal bewustzijn over eigen consumptie hierdoor worden aangewakkerd. Daarom is het goed om te delen wat je doet en mensen uit te nodigen om te kijken of mee te doen na instructie.

Heb je nog aanvullende tips, verhalen of toelichtingen?
Ik raad mensen aan dit artikel op Wired.com te lezen. Verdere onderwerpen om over te lezen: hoe maatschappelijke veranderingen tot stand zijn gekomen in het verleden (bijvoorbeeld het boek: this is an uprising), over deliberatieve democratie en burgerberaden (bijvoorbeeld het boek: tegen verkiezingen) en het boek ‘de meeste mensen deugen’.

Tekst: Jenna Vaisman, foto: Marlies van Zetten