Zo krijgen 1.100 burgerwetenschappers een eigen stukje rivieroever

11 maart 2021

Deel dit artikel

Ga er maar aan staan: meer dan duizend vrijwilligers een eigen stukje rivieroever toewijzen. Hoe doe je dat? Hoe hak je meer dan duizend kilometers rivieroever in representatieve onderzoeksgebieden van 100 meter? En wat betekent het grote aantal onderzoekers voor het burgerwetenschappelijk onderzoek van Schone Rivieren? Schone Rivieren geeft je een kijkje achter de schermen van citizen science.

In januari 2021 volgen ruim 300 mensen de digitale training tot rivierafvalonderzoeker. De teller staat nu op 1.113 rivierafvalonderzoekers. Deze grote groep enthousiaste vrijwilligers onderzoekt in tweetallen ruim vijfhonderd tracés, stukken rivieroever van 100 meter lang. Dat doen ze twee keer per jaar. In het voorjaar (15 feb t/m 15 maart) en in het najaar (15 okt t/m 15 nov) turven zij het afval op ‘hun’ stukje rivieroever en ruimen het op.

We weten heel veel nog niet

Het wetenschappelijk onderzoek naar het kwantificeren van rivierafval zet nog geen zoden aan de dijk. Er wordt weliswaar goed onderzoek gedaan, maar het transport van plastic in rivieren kent allerlei variabelen. Veel vragen liggen nog open. Zo beweegt elke soort afval op zijn eigen manier mee met het water. Een plastic zakje drijft bijvoorbeeld anders met de stroom mee dan een blikje. Andere variabelen zijn onder meer de hoeveelheid rivierafvoer en de morfologie van een rivier. Om zoveel mogelijk te leren over de invloed van deze variabelen zijn in het begin heel veel metingen en data nodig. Met behulp van burgerwetenschap of ‘citizen science’ is het mogelijk om op zo grote schaal onderzoek doen.

‘Met meer dan 1.000 vrijwilligers is Schone Rivieren één van de grootste citizen science-rivierafvalonderzoeken in de wereld’, aldus Tim van Emmerik, assistent-professor aan de Wageningen Universiteit. ‘Het is cruciaal dat we meer te weten komen over afval in rivieren, en daar hebben we heel veel data voor nodig. De vrijwilligers van Schone Rivieren spelen een zeer belangrijke rol hierin, omdat we zo in korte tijd in heel het land metingen kunnen doen.’

Hoe kies je onderzoeksgebieden?

Met het grootschalige onderzoek brengen we de ruimtelijke spreiding van afval op rivieroevers zo goed mogelijk in kaart. Dat helpt ons bij het aanwijzen van de bronnen van vervuiling. We willen weten waar bovengemiddeld veel afval ligt, maar juist ook waar weinig afval te vinden is. Bij het aanwijzen van de onderzoeksgebieden wordt daarom zoveel mogelijk rekening gehouden met een gelijkmatig ruimtelijke spreiding. Daarnaast is het belangrijk dat de rivier in het onderzoeksgebied buiten zijn oevers kan treden en afval kan achterlaten op de oever. Natuurlijk moet het gebied ook goed bereikbaar en begaanbaar zijn voor de rivierafvalonderzoekers. Elk aangewezen onderzoeksgebied krijgt een unieke gebiedscode die wordt gekoppeld aan coördinaten zodat altijd kan worden nagegaan waar het onderzoek is uitgevoerd.

Hoe deel je 1.100 vrijwilligers in?

Alle onderzoeksgebieden worden gecoördineerd door de Schone Rivieren riviercoördinatoren. Het team bestaat uit vijf tot zes riviercoördinatoren die verantwoordelijk zijn voor één of meerdere rivieren. Zij zorgen ervoor dat vrijwilligers worden opgeleid tot rivierafvalonderzoeker en zich kunnen inschrijven op een onderzoeksgebied van hun voorkeur. Ook hebben zij op regionaal niveau contact met de rivierafvalonderzoekers, landeigenaren en overheden. Op deze manier bouwen we aan een grote dataset waarmee we niet alleen veel kunnen leren over afval in rivieren, maar ook aan tafel kunnen zitten om op basis van onderzoek en data samen tot oplossingen te komen.

Gerelateerd nieuws